Oorzaken haaruitval

Alopecia androgenetica

Alopecia androgenetica, of kaalheid volgens mannelijk patroon, is een zeer veel voorkomende vorm van permanente haaruitval. Het is bij mannen volstrekt normaal en bij vrouwen slechts zelden een aanwijzing voor een onderliggend ziekteproces.

Bij mannen met aanleg voor alopecia androgenetica begint de haaruitval op enig moment na de puberteit. Kenmerkend is het (heel geleidelijk) haarverlies boven op de kruin en bij de slapen dat zich langzaam uitbreidt.

Dit komt door een erfelijke gevoeligheid van de haren voor dihydrotestosteron (DHT), een van de mannelijke hormonen. Vooral haren op de kruin blijken bij veel mannen extra gevoelig voor dit hormoon. Bij deze haren veroorzaakt DHT een verkorte anagene groeifase van het haar zodat de haarimplant dunner lijkt (er zijn tenslotte veel haarfollikels in de telogene ‘uitval’ fase) en uiteindelijk verschrompeling van de haarwortels. Op dat moment is nieuwe haargroei niet meer mogelijk.

De haren aan weerszijden van het hoofd en op het achterhoofd vallen niet uit. Deze zijn niet gevoelig voor DHT.

 

Bij vrouwen komt haaruitval volgens het vrouwelijk patroon in de menopauze veel voor. Deze aandoening lijkt op alopecia androgenetica omdat de haaruitval zich vooral concentreerd op de kruin. Ook bij vrouwen is de mate van haaruitval vaak erfelijk bepaald. Wanneer bij jonge vrouwen alopecia androgenetica-achtige klachten ontstaan zal de arts in veel gevallen aanleiding zien om nader endocrinologisch (hormonaal) onderzoek te laten verrichten.

 

Alopecia areata

Bij alopecia areata is er sprake van pleksgewijze haaruitval. Meestal is deze haaruitval gelokaliseerd op het behaarde hoofd, maar in principe kan het elk behaard deel van de huid aantasten, zoals de baardstreek, de schaamstreek en de wenkbrauwen. Bij 5-10% van de patienten valt al het hoofdhaar uit. Dit wordt een alopecia areata totalis´genoemd. Bij 1-2% is er zelfs sprake van een uitval van alle lichaamsbeharing: dit heet alopecia areata universalis.
Alopecia areata is vrijwel zeker een auto-immuunaandoening. Hierbij herkent het lichaam de haren ten onrechte als niet bij het lichaam horend en stoot ze af. Onder de microscoop kan rond de haarzakjes in de huid een ontstekingsreactie worden aangetoond.
Alopecia areata kent een grillig beloop dat bij elke patiënt weer anders is. Bij verreweg de meeste mensen met alopecia areata valt het haar plotseling pleksgewijs uit en komt de haargroei binnen 2 jaar vanzelf terug.

 

Telogeen defluvium

Wanneer ongebruikelijk veel haren tegelijk in de telogene fase (rustfase) terecht komen vallen veel haren uit. Dit is meestal diffuus over de hoofdhuid verspreid. De patiënt merkt dat er relatief veel haar uitvalt: haar op het kussen, in het afvoerputje van de douche etc. Soms is deze vorm van haaruitval zo hevig dat de schedelhuid goed zichtbaar wordt door de overgebleven haren heen.
Deze ‘synchronisatie’ van de haargroeifasen die leidt tot het telogeen defluvium is meestal terug te voeren op een stressvolle gebeurtenis die 2 tot 4 maanden voor het begin van haaruitval plaatsvond. Dit kan bijvoorbeeld zwangerschap zijn, maar ook een koortsende ziekte of momenten van ernstige psychische stress. Meestal herstelt de haargroei zich weer binnen een jaar. Dit herstel is helaas niet altijd volledig. Tot dusver is er geen behandeling bekend die het herstel kan bespoedigen.

 

Haaruitval door geneesmiddelen

Het gebruik van geneesmiddelen kan ook leiden tot haaruitval. Haaruitval treedt diffuus over het behaard hoofd op. Van veel medicijnen is wel eens gerapporteerd dat zij bij individuele patiënten mogelijk haaruitval hebben veroorzaakt, zoals chemotherapie, bloedverdunners, Retinoiden (gebruik in dermatologie), Lithium (gebruik in psychiatrie), antimalaria medicijnen, beta-blokkers (gebruik in cardiologie), ACE-remmers (gebruik in cardiologie).

 

Haaruitval met verlittekening van de hoofdhuid

Bij verlittekening van de huid verdwijnen de haarzakjes en kan op die plek van de huid geen haar meer groeien, ook niet na eventuele genezing van de oorspronkelijke aandoening. De meest voorkomende oorzaken van haaruitval met verlittekening (cicatriciële alopecie) zijn: erfelijke aandoeningen, infecties, kanker, brandwonden, bestraling, ontstekingen van de huid.

 

Haaruitval door interne aandoeningen

Verschillende interne ziekten kunnen leiden tot haaruitval. Een belangrijk voorbeeld is problematiek met de schildklier. Dit kan leiden tot een diffuse haaruitval en gedeeltelijke uitval van de haren van de wenkbrauwen (bij een te traag werkende schildklier). Ook bepaalde aandoeningen waarbij te weinig voedingselementen uit het spijsverteringskanaal worden opgenomen (de malabsorptie syndromen) zoals gluten-enteropathie kunnen leiden tot haaruitval.

 

Haaruitval door roken

In de medische literatuur wordt melding gemaakt van een groter risico op haaruitval en kaalheid bij rokers dan bij niet-rokers. Dit wordt verklaard uit een verminderde doorbloeding van de huid bij mensen die roken. Hierdoor kan minder zuurstof en voeding de haarwortels bereiken, waardoor de kwaliteit van het haar achteruit gaat en zelfs gedeeltelijk kan uitvallen.

 

Trichotillomanie

Deze vorm van haarverlies is het gevolg van herhaaldelijk trekken aan de haren door de patiënt zelf. Vaak gebeurt dit onbewust. Soms wordt trichotillomanie gezien in het kader van een psychiatrische stoornis. Het stoppen van het manipuleren van de haren leidt meestal tot een volledig herstel van de haargroei.

 

Tractie-alopecie

Bij tractie-alopecie (‘haaruitval door trekken’) ontstaat bij bepaalde kapsels waarbij een continue tractie aan de haren plaatsvindt. Strak gevlochten vlechten (bv. bij rastakapsels), bepaalde strak opgebonden paardenstaarten en frequent toepassen van een krullenset kunnen leiden tot tractie-alopecie. Wanneer de tractie herhaaldelijk en zeer langdurig bestaat kan het haarverlies permanent blijken.

 

Loose anagen hair syndrome

Deze vorm van dunner worden van het haar wordt vooral bij jonge kinderen (vooral meisjes) gezien.